Lease a Bike
ARTIKEL1 – ROB-servicepakket
1.1 Bij de leaseovereenkomst is de Werknemer verplicht een maandelijks reparatie, onderhoud- en banden-servicepakket met betrekking tot de Leasefiets (“ROB-servicepakket”) uit te kiezen.
1.2 Basis ROB-servicepakket: servicekosten in verband met reparatie-, onderhoud- en/of banden-service worden vergoed tot 85 EUR per jaar (exclusief BTW). Het Basis ROB-servicepakket zit inbegrepen in het rentingtarief. Servicekosten die dit bedrag overstijgen, komen, voor rekening van de Werknemer. De Werknemer kan het Basis ROB-servicepakket niet kiezen indien hij/zij een e-bike gaat gebruiken. De Werkgever is voor het Basis ROB-servicepakket een maandelijks bedrag verschuldigd aan de Leasemaatschappij.
1.3 Standaard ROB-servicepakket servicekosten in verband met reparatie-, onderhoud- en/of banden-service worden vergoed tot 125 EUR per jaar (exclusief BTW). Servicekosten die dit bedrag overstijgen, komen voor rekening van de Werknemer. In het geval de Werknemer een E-bike gaat gebruiken, is minimaal het Standaard ROB-servicepakket vereist. De Werkgever is voor het Standaard ROB-servicepakket een maandelijks bedrag verschuldigd aan de Leasemaatschappij; en
1.4 Premium ROB-servicepakket: alle servicekosten in verband met reparatie-, onderhoud- en/of banden-service worden vergoed. De Werknemer draagt hier géén risico. De Werknemer kan het Premium ROB-servicepakket niet kiezen indien hij/zij een (e-) racefiets, (e-) MTB, (e-) bakfiets of speed-pedelec gaat gebruiken. De Werkgever is voor het Standaard ROB-servicepakket een maandelijks bedrag verschuldigd aan de Leasemaatschappij. Indien door de Werknemer tijdens de laatste zes (6) maanden van de Gebruiksperiode een serviceverzoek wordt ingediend, wordt door LAB BE beoordeeld in hoeverre het vervangen van slijtageonderdelen of onderhoud noodzakelijk is ten behoeve van de veiligheid respectievelijk het goed functioneren van de Leasefiets.
1.5 Speed-pedelec ROB-servicepakket: servicekosten in verband met reparatie-, onderhoud- en/of banden-service worden vergoed tot EUR 300 inclusief BTW per jaar. Het speed-pedelec ROB-servicepakket zit standaard inbegrepen in het rentingtarief bij de keuze voor een speed-pedelec. Servicekosten die dit bedrag overstijgen, komen voor rekening van de Werknemer.
1.6 Binnen de ROB-servicepakketten vallen alleen reparaties, jaarlijks onderhoud en/of service activiteiten veroorzaakt door slijtage en die invloed hebben op de gebruiksveiligheid dan wel het goed functioneren van de Leasefiets. Voor zover LAB BE van oordeel is dat het in de voorgaande zin bepaalde niet het geval is, kan het desbetreffende verzoek van de Werknemer worden afgewezen.
1.7 De prijzen & structuur van de verschillende ROB-servicepakketten worden jaarlijks door LAB BE herzien. LAB BE is gerechtigd wijzigingen in de ROB-servicepakketten door te voeren. Deze wijzigingen gelden alleen voor nieuwe rentingcontracten
ARTIKEL 2 – Overschrijding ROB-servicepakket
2.1 Voordat wordt gestart met de feitelijke uitvoering van het Rentingcontract brengt de Werknemer de Dealer op de hoogte van het feit dat de Leasefiets middels LAB BE eigendom is van de leasemaatschappij en dat de dealer de kosten in eerste instantie niet bij de Werknemer in rekening mag brengen.
2.2 In het geval de dealer door een Werknemer wordt verzocht om – in het kader van het ROB-servicepakket – service werkzaamheden te verrichten met betrekking tot de Leasefiets controleert de Dealer vóór aanvang van zijn werkzaamheden het bij LAB BE openstaande budget.
2.3 Indien LAB BE de Dealer informeert dat de kosten in verband met de jaarlijkse controle (gedeeltelijk of volledig) buiten het toepasselijke ROB-servicepakket vallen, dan wel het jaarlijks maximum budget overschrijden, dient de Dealer de Werknemer daarvan op de hoogte te stellen. De Werknemer dient er schriftelijk (bijvoorbeeld per e-mail) mee akkoord te gaan dat deze werkzaamheden (gedeeltelijk of volledig) voor zijn/haar eigen rekening komen. In het geval de Werknemer daartoe niet bereid is, is de Dealer niet gerechtigd de controle uit te voeren. Ter bescherming van de veiligheid van de Werknemer en de waarde van de Leasefiets, kan de Werknemer evenwel niet weigeren om akkoord te gaan met de servicewerkzaamheden die noodzakelijk zijn ten behoeve van de veiligheid, respectievelijk het goed functioneren van de Leasefiets. Het eventueel niet naleven van de op de Werknemer rustende in deze bepaling vastgelegde verplichtingen zal worden gekwalificeerd als een ernstige tekortkoming door de Werknemer. In dat geval is de Werknemer gehouden de Werkgever en/of de leasemaatschappij schadeloos te stellen voor eventuele schade die als gevolg daarvan ontstaat. De Werkgever en/of de leasemaatschappij zijn gerechtigd om die noodzakelijke servicewerkzaamheden te laten uitvoeren op kosten van de Werknemer. De Werknemer vrijwaart de Werkgever voor deze kosten en zal deze op het eerste verzoek aan de Werkgever terugbetalen.
ARTIKEL 3 – Overige servicevoorwaarden bij onderhoud en niet schade
3.1 Reparaties die nodig zijn als gevolg van een gebeurtenis of schadevoorval als bedoeld in de Schadebeschermingsvoorwaarden in Bijlage B, worden beoordeeld en afgewikkeld conform de voormelde Schadebeschermingsvoorwaarden.
3.2 Aan het vervangen van banden als gevolg van normale slijtage zijn voor de Werknemer geen kosten verbonden. De kosten van het vervangen van banden worden doorbelast aan de Werknemer als er sprake is van onkundig gebruik van de Leasefiets of van buitensporige slijtage door bijvoorbeeld een structureel te lage bandenspanning.
Vervangend vervoer, ter overbrugging van de periode waarin de Werknemer niet over de Leasefiets kan beschikken vanwege de uitvoering van onderhoud, reparaties en het vervangen van banden, zijn niet bij de renting inbegrepen. De kosten van vervangend vervoer (bijvoorbeeld een huurfiets) komen voor rekening van de Werknemer.
Waarbij voor alle duidelijkheid:
ARTIKEL 1 – Wat valt onder schadebescherming
1.1 Schade van buitenaf zoals:
ARTIKEL 2 – Voorwaarden schade aan LO
2.1 De huurder dient de schade zoveel als mogelijk zelf te beperken en brengt het LO zo snel als mogelijk naar de leverancier. Daarvoor kan de huurder naar de leverancier gaan die het LO geleverd heeft of naar één van de deelnemende leveranciers (zie hiervoor www.lease-a-bike.be). De leverancier repareert de schade en de reparatiekosten worden rechtstreeks aan de leverancier uitgekeerd. De leverancier is verantwoordelijk voor een gespecificeerde reparatienota.
2.2 Voor zover dat niet onder Pechhulp valt (zie Bijlage C) heeft de Huurder tot een bedrag van € 200,00 euro per jaar:
2.3 Indien de reparatiekosten hoger zijn dan het verzekerde bedrag minus de restwaarde geldt dat als een totaal verlies. Dan wordt er niet gerepareerd, maar wordt een nieuw LO geleverd. Dit nieuwe LO mag niet duurder zijn dan het oorspronkelijke LO.
2.4 Accessoires die zijn opgenomen in het rentingcontract en die zijn vastgemaakt aan het LO, vallen ook onder de schadebescherming.
ARTIKEL 3 – Onder schadebescherming valt niet:
ARTIKEL 4 – Bij schade en vermissing:
4.1 Dient de huurder met het originele politierapport (met vermelding van het framenummer van het LO) en de originele slotsleutels naar de leverancier te gaan (waarbij minimaal één sleutel gebruikssporen moet vertonen).
4.2 De leverancier controleert alle stukken en neemt contact op met LAB. LAB verzorgt de schadeafwikkeling.
4.3 De leverancier helpt de Huurder met de verdere afwikkeling.
4.4 LAB regelt de schade rechtstreeks met de leverancier nadat LAB alle benodigde stukken heeft ontvangen.
4.5 Als het gestolen/vermiste LO, na aflevering van het nieuwe LO, wordt teruggevonden neemt Huurder contact op met LAB. De verhuurder is immers eigenaar van het gestolen/vermiste LO.
ARTIKEL 5 – Schadebescherming geldt niet:
5.1 Als het LO niet op slot stond of de originele sleutels niet aan LAB overhandigd kunnen worden. Minimaal 1 sleutel moet sporen van gebruik hebben.
5.2 Als het LO niet is voorzien van een ART* (categorie 2 of hoger voor fietsen en E-bikes, categorie 3 of hoger voor speed- pedelecs) goedgekeurd slot.
5.3 Fietsen zonder vast gemonteerd slot, zoals ATB’s en racefietsen die niet met een ART-goedgekeurd kabelslot zijn vastgemaakt aan een onbeweeglijk voorwerp, zoals een vast gemonteerd fietsenrek, boom of ander met de grond verankerd voorwerp.
5.4 Ten aanzien van vrij toegankelijke accu’s, accessoires of elektronische bedieningselementen tenzij die ook zijn beveiligd of persoonlijk worden bewaard.
5.5 Diefstal van een ATB of racefiets die zichtbaar in een motorvoertuig is achtergelaten en waarbij geen sporen van braak aan het motorvoertuig zijn aangebracht, of als deze is achtergelaten op een fiets- of dakdrager.
ARTIKEL 6 – Overige bepalingen
6.1 Onder de schadebescherming valt alleen schade als de gebruiker van het LO voldoende voorzichtig is geweest. Deze moet zijn best hebben gedaan om diefstal, verlies, vermissing of beschadiging te voorkomen. Dit is een lastig onderwerp, omdat het vaak afhangt van de specifieke situatie. Uitgangspunt is hierbij of de gebruiker van het LO redelijkerwijs betere maatregelen had kunnen nemen om de schade te voorkomen. Als dat het geval is, dan valt de schade niet onder de schadebescherming.
6.2 Voorbeelden daarvan zijn: als het LO onbeheerd en niet op slot staat, als de sleutels onbeheerd zijn achtergelaten in kleding, tas en garderobe, als bij sleutelverlies vervangende sleutels worden gemaakt en dit niet aan LAB wordt doorgegeven.
6.3 Als de schade volgens de Schadebeschermingsvoorwaarden niet onder de schadebescherming valt, dient de Huurder de schade aan het LO zelf te betalen.
6.4 In een schadegeval kan van de Huurder verlangd worden om de eventuele aanspraken op grond van andere verzekeringen aan de Verhuurder over te dragen.
* Een goed slot is herkenbaar aan het ART-keurmerk. Bekijk voor het kopen van het juiste slot de complete lijst op www.stichtingart.nl. Om het LO te verzekeren is categorie 2 van toepassing voor fietsen en E-bikes en categorie 3 voor Speed Pedelecs.De meeste sloten worden standaard geleverd met 2 identieke sleutels. Het bijbehorende sleutelnummer staat in de meeste gevallen ingegraveerd op de sleutel. Ook komt het voor dat het sleutelnummer op een aangeringd label staat vermeld. Dit nummer is nodig als een sleutel moet worden bijbesteld. Als een sleutel moet worden bijbesteld kan dit via de leverancier. Hij vraagt dan een sleutel aan bij de leverancier van het slot. Een reservesleutel is te herkennen aan het oorspronkelijke sleutelnummer waaraan een letter ‘c’ (copy) of een ‘d’ (duplicate) is toegevoegd.
Waarbij voor alle duidelijkheid:
ARTIKEL 1 – De verhuurder heeft het verlenen van pechhulp op grond van het rentingcontract uitbesteed aan LAB. De diensten die daaronder vallen worden hierna aangeduid als “Pechhulp”.
VAB
Statutaire naam: VAB NV
Vestigingsadres: Pastoor Coplaan 100 – 2070 Zwijndrecht
Telefoonnummer: +32 3 253 61 30
E-mailadres: [email protected]
Website: www.vab.be
BTW nummer: BE 0436 267 594
1.1 Met Pechhulp, wanneer het LO geïmmobiliseerd is, heeft de gebruiker recht op technische (pech)hulp en het rijklaar maken van het LO als het kleine ingrepen betreft (remmen, banden, ketting,..) op de locatie waarop de gebruiker zich op dat moment bevindt. Op het woonadres én binnen 1 kilometer van het woonadres van de gebruiker bestaat geen recht op Pechhulp.
1.2 Indien rijklaar maken onderweg niet mogelijk is of naar het oordeel van de monteur langer gaat duren dan 45 minuten, heeft de gebruiker recht op vervoer van zichzelf en maximaal één medereiziger naar het vertrek- of eindpunt van de fietstocht of naar de fietsenhersteller. Voor pechhulp die buiten voormelde criteria valt bestaat geen recht op Pechhulp.
1.3 Pechhulp wordt uitsluitend geboden voor het LO waarvan het rentingcontract via het LAB Platform tot stand kwam.
1.4 Pechhulp geeft uitsluitend recht op hulp in België, vanaf 1 km afstand van de woonplaats of begin- of eindpunt van de rit.
1.5 Pechhulp wordt uitsluitend geboden op plaatsen die vrij toegankelijk zijn voor het VAB-bijstandsvoertuig, dit ter beoordeling door VAB of de betrokken monteur.
1.6 Het recht op Pechhulp gaat in, 24 uur na de dag dat het LO aan de gebruiker ter beschikking is gesteld, en is van kracht gedurende de looptijd van het rentingcontract voor het LO. Uitgezonderd zijn bijzondere regelingen.
1.7 Pechhulp wordt verleend: 24 uur per dag gedurende 365 dagen per jaar.
1.8 Gebruikers betalen geen voorrijkosten, arbeidsloon noch materiaalkosten.
1.9 Pechhulp geldt alleen voor de gebruiker en is niet overdraagbaar. Pechhulp wordt uitsluitend geboden aan de gebruiker en uitsluitend op vertoon van een geldig legitimatiebewijs.
1.10 Pechhulp kan uitsluitend worden ingeroepen via de LAB-servicelijn +32 3 253 62 55. De gebruiker dient bij de pechoproep zijn polisnummer op te geven ter identificatie.
1.11 Indien het LO op het moment van de aanvraag tot bijstand niet geldig voorkomt, zal de gebruiker vooraleer er diensten worden verleend een document dienen te ondertekenen waarin hij zich akkoord verklaart de kosten van de interventie door VAB te betalen, indien achteraf blijkt dat hij geen recht had op Pechhulp.
1.12 Annulering van de hulpaanvraag wanneer reeds een monteur is ingeschakeld, kan betekenen dat de reeds gemaakte kosten tot een maximum van EUR € 145 in rekening worden gebracht.
1.13 Pechhulp geldt voor de duur van het rentingcontract voor het LO. Zodra het rentingcontract eindigt, eindigt ook de Pechhulp.
ARTIKEL 2 – Algemene uitsluitingen
Waarbij voor alle duidelijkheid:
ARTIKEL 1 – Termijnen en overname
1.1 Uiterlijk vijf (5) werkdagen nadat het rentingcontract is geëindigd, moet het LO worden ingeleverd bij de leverancier. De leverancier zal het LO controleren aan de hand van dit Innameprotocol. De bevindingen omtrent de staat van het LO zullen door de leverancier schriftelijk worden vastgelegd in een inspectierapport. Dit inspectierapport wordt niet alleen door de betrokken leverancier ondertekend maar tevens door de huurder (of gebruiker aan wie de huurder het LO ter beschikking heeft gesteld).
1.2 Als de volledige looptijd van het rentingcontract is voltooid en alle huurgelden zijn voldaan, krijgt de huurder, of de werknemer aan wie huurder het LO ter beschikking heeft gesteld, de optie om het LO te kopen in de staat waarin deze verkeert ten tijde van voornoemde inspectie (in de staat en de locatie waarin het LO zich bevindt) en zoals is vastgelegd in voornoemd inspectierapport. Als het LO wordt overgenomen geven verhuurder en LAB geen enkele garantie met betrekking tot de kwaliteit en/of de staat van het LO op de datum van overname.
ARTIKEL 2 – Innameregeling
2.1 Tijdens de inspectie door de leverancier wordt tevens beoordeeld of alle tot het LO behorende onderdelen en accessoires aanwezig zijn en of de aanwezige gebruikssporen in relatie staan tot het gebruiksdoel en de gebruiksduur van het LO. Er wordt onderscheid gemaakt tussen acceptabele gebruikssporen en niet-acceptabele gebruikssporen (schade).
2.2 Voor de beoordeling of het LO met alle tot het rentingcontract behorende onderdelen is ingeleverd worden de volgende criteria gehanteerd:
2.3 Wanneer bij inname blijkt dat niet alle tot het rentingcontract behorende onderdelen zijn ingeleverd, moeten deze uiterlijk binnen 5 werkdagen alsnog worden ingeleverd. Als deze termijn wordt overschreden, komen de kosten voor vervanging van de betreffende onderdelen voor rekening van huurder.Voor de beoordeling of de op het LO aanwezige gebruikssporen acceptabel zijn, worden de volgende criteria gehanteerd:
2.4 Wanneer bij inname blijkt dat het LO niet aan de criteria ten aanzien van acceptabele gebruikssporen voldoet, komen de redelijke herstelkosten, te bepalen door de verhuurder, voor rekening van de huurder.
2.5 Hieronder volgt een (niet limitatieve) opsomming van gebruikssporen die als niet-acceptabel (schade) worden aangemerkt:
Ter indicatie van door verhuurder beschouwde niet-acceptabele gebruikssporen worden hieronder enkele voorbeelden hiervan weergegeven. In geval van twijfel is het oordeel van verhuurder, getoetst door een erkende leverancier van het betreffende merk, leidend.